Onlangs had ik door de directeur van de school de gelegenheid om met hem de beginselen van het onderwijs te bespreken met de directeur van een basisschool. Elke organisatie heeft een beleid dat elk kind een persoonlijk gesprek moet ondergaan voordat het de school betreedt, en dit gesprek rechtstreeks bij de ouders moet aanvragen.
Dit persoonlijk gesprek moet plaatsvinden voordat het kind wordt ingeschreven en mag niet langer dan twee uur duren. De ouders moeten worden geïnformeerd over het doel van het interview. In Den Haag worden deze gesprekken vaak door de school georganiseerd tegen de ontvangen adviezen van het lokaal sociaal pact in. De compact monitort de voortgang van schoolgaande kinderen in vergelijking met kinderen van dezelfde leeftijd in verschillende schoolsystemen.
De directeur en het hoofd van de basisschool moeten de onderwijsvooruitzichten van het kind en de algemene houding van de ouders ten opzichte van het onderwijs bespreken met het hoofd van de basisschool om aan de behoeften van hun specifieke zonen en dochters te voldoen. In Den Haag zijn de meest voorkomende gespreksonderwerpen de verklaarbaarheid van verschillende uitdagingen waarmee kinderen op school worden geconfronteerd, en de vooruitzichten voor de voortgang in het onderwijs, afhankelijk van hun prestaties en de kwaliteit van de verschillende leermaterialen die op school worden gebruikt. De prestaties van ouders en het algemene niveau van het leermateriaal dat op school wordt gebruikt, zijn slechts een van de vele parameters die worden gebruikt om de voortgang van schoolgaande kinderen te evalueren. De schoolvooruitgang van kinderen wordt gemeten aan de hand van de prestaties van hun onderwijsprogramma's. Programma's worden geschreven en georganiseerd op basis van de individuele behoeften van kinderen. Ze vertegenwoordigen de mate waarin het onderwijsproces het individuele kind heeft voorbereid op de toekomst en de mogelijkheden voor zijn of haar expressie in de activiteiten van het dagelijks leven.
Een van de belangrijkste parameters is de mate van betrokkenheid van de ouders bij de opvoeding van het kind. Ouders kunnen actief deelnemen aan het onderwijsproces van hun kinderen. Daarnaast moeten docenten voldoende kennis opdoen over de mogelijkheden en capaciteiten van hun leerlingen. Het is met name belangrijk voor docenten om inzicht te krijgen in de mogelijkheden van elke leerling. Dit komt omdat elke student iets unieks in de klas kan brengen. Soms kan het portfolio van een student, prestaties in tijdelijk beheerste opdrachten of bijvoorbeeld een essay veel vertellen over zijn persoonlijkheid. Met een cv kunnen de prestaties van een leerling op school onduidelijk zijn of lijken op die van andere leerlingen met wie hij of zij een klas deelt. Een docent kan inzicht krijgen in de mogelijkheden door de materialen die de leerling heeft achtergelaten.
Een ander mogelijk perspectief op de kwestie van de effectieve relatie tussen de leraar en de leerling is via het concept van gepersonaliseerd onderwijs. Paul Finegan stelt dat 'de belangrijkste factor bij het bereiken van leren de manier is waarop de student leert'. Een gepersonaliseerde onderwijsaanpak is erop gericht om voor elke student een essentiële rol te spelen op basis van zijn unieke leerbehoeften en -stijlen.
Het wordt steeds belangrijker voor hogescholen en universiteiten om hun onderwijsprogramma's te verbeteren door er meer multimedia en andere interactieve processen aan toe te voegen. Veel educatieve softwarepakketten bevatten educatieve doelstellingen die niet alleen een aanvulling vormen op bestaande cursussen, maar ook een flexibel kader creëren voor nieuwe te ontwikkelen cursussen. Deze hebben zowel positieve effecten op de kwaliteit van het onderwijs als de participatie van de leerlingen in het totale onderwijsproces.